Definitie
- Testosteron op castratieniveau, < 1.7 nmol/L (of <0.50 ng/mL)
- 3 opeenvolgende PSA-stijgingen leidend tot minimaal 2 PSA-stijgingen >50% boven nadir en PSA boven 2 ng/ml, of
- Radiologische progressie volgens RECIST 1.1 of minimaal 2 nieuwe ossale metastasen (PCWG3 criteria)
Algemene opmerkingen en adviezen
-
- Radboudumc intern: Bespreek moleculaire diagnostiek. Voor of direct na 1L mCRPC diagnostiek uitvoeren binnen PROMPT-studie voor Radboudumc patiënten gezien opname in database met tevens gestructureerd biobanking en PROMS afnamen.
- Prednison gebruik (en bicalutamide/cyproteron etc) kan leiden tot mutaties in de androgeen receptor (ligand-bindend domein), waarbij dit middel gaat functioneren als AR-agonist. Switch van prednison naar dexamethason leidt vaak alsnog tot een biochemische respons. Overweeg altijd een steroid-switch bij biochemische progressie op abiraterone bij gelijktijdig gebruik van prednison.
- In mCRPC setting nooit varen op PSA alleen. Bij ongeveer 30% van de patiënten met biochemisch respons op 2e generatie anti-hormonale therapie blijkt desondanks toch radiologische progressie (vaak viscerale metastasen en hormoon ongevoelig/ge-dedifferentieerd). Altijd minimaal 6-maandelijks vervolgen met beeldvorming (CT en botscan, danwel PSMA-PET/CT met i.v. contrast).
-
- Jaarlijks controle testosteron niveau, en bij verdenking op CRPC.
- Overweeg bij patiënten met suboptimale castratie (testosteron > 0.4 nmol/l en < 1.7 nmol/l) subcapsulaire orchidectomie beiderzijds.
- Geen indicatie voor bicalutamide bij castratieresistent prostaatcarcinoom in verband met geen aangetoond overlevingsvoordeel.
Symptomatisch of asymptomatisch mCRPC en PSAdt < 6mnd
1e lijn
- Therapeutische opties bij viscerale metastasen, behoudens pulmonale metastasen:
- Bij ECOG ≤2: docetaxel
- Bij ECOG >2: BSC
- Therapeutische opties bij pulmonale metastasen
- Bij ECOG <3: docetaxel dan wel enzalutamide
- Bij ECOG>2: BSC
- Therapeutische opties bij niet visceraal gemetastaseerd prostaatcarcinoom
- Bij ECOG ≤2: Abirateron, enzalutamide, docetaxel, radium-223
- Bij ECOG>2: BSC
Gezien de vele wetenschappelijke ontwikkelingen verschuiven veel behandelingen van de CRPC- naar de upfront-fase. Afhankelijk van voorbehandeling bepaalt dit de behandeling binnen de CRPC-setting.
-
- Docetaxel/prednison in totaal 10 kuren á 3 weken
- Docetaxel, 75 mg/m2 iv, d 1
- Prednison, 2 dd 5 mg po, d 1-21
- NB dexamethason 8 mg op d0 en 2d 8 mg op d1:
- Na afloop chemotherapie prednison uitsluipen in 3 weken tijd.
- Evaluatie volgens PCWG 3:
- Uitgangs CT thorax/abdomen met contrast en botscan.
- Radiologische evaluatie op indicatie, maar altijd na afronden therapie (overweeg imaging na 3, 6 en 10 kuren).
- Tweewekelijks of wekelijks schema docetaxel overwegen op indicatie.
- Re-introductie van docetaxel alleen zinvol indien > 12 maanden na docetaxel.
- Docetaxel/prednison in totaal 10 kuren á 3 weken
-
- Abiraterone (Zytiga)20,21:
- Abirateron, 1 dd 1000 mg po continu,
- Prednison, 2 dd 5 mg po,
- Switch van Prednison naar Dexamethason 1dd 0,5 mg bij biochemische progressie (30% biochemische respons).
- Abiraterone (Zytiga)20,21:
-
- Enzalutamide (Xtandi)22,23:
- Enzalutamide 1 dd 160 mg po continu tot progressie.
- Gelijktijdig corticosteroid gebruik vermijden gedurende enzalutamide therapie in verband met activering glucocorticoidreceptor waardoor resistentie enzalutamide.
- Enzalutamide (Xtandi)22,23:
-
- Olaparib (Lynparza) bij BRCA 1 of 2 tumor mutatie (PROfound studie)24,25
- Registratie na behandeling met ARTA (in 1L olaparib indien ARTA in mHSPC)
- Voorkeur olaparib boven (herintroductie) taxanen gezien winst PARP vs docetaxel (na ARTA); presentatie ASCO GU 2023 TRITON-3.
- Olaparib 2 dd 300mg (of 250mg bij NFst) po continu
- Let op: olaparib + abirateron is niet CIEBOM goedgekeurd.
- Olaparib (Lynparza) bij BRCA 1 of 2 tumor mutatie (PROfound studie)24,25
-
- Radium-223 (Xofigo)26:
- EMA heeft op 26 juli 2018 een revisie gedaan van Radium-223 en geadviseerd de behandeling te starten na eerdere docetaxel en NHA. Er is internationaal veel kritiek op dit advies. Overweeg radium-223 in 1-2L alleen na bespreking in TWG CRPC.
- (Mild) symptomatische patiënt met botmetastasen op botscan, niet bekend met viscerale metastasen en lymfklieren < 3 cm.
- Radium-223: 55 kBq/kg iv. iedere 4 weken, in totaal zes injecties.
- Radium-223 (Xofigo)26:
Behandelmogelijkheden
Nonmetastatic CRPC
- nmCRPC is gedefinieerd als een stijgend PSA onder castratie zonder detecteerbare metastasen met conventionele beeldvorming (bot en CT scan).
- Darolutamide en enzalutamide zijn geregistreerd voor nmCRPC.
- In Nederland is er, in verband met inzet PSMA-PET scan in deze setting, een lagere prevalentie aan patiënten met nmCRPC gezien veel patiënten toch gemetastaseerd blijken bij sensitievere nieuwe beeldvorming (PSMA-PET). De winst van darolutamide en enzalutamide bij patiënten met mCRPC op PSMA-PET EN nmCRPC op conventionele beeldvorming is zeer waarschijnlijk vergelijkbaar aan de studieresultaten (maar niet onderzocht). Locoregionale controle (prostaatuitbreiding/plasklachten etc) met darolutamide + ADT lijkt superieur dan bij ADT alleen met verbetering in QoL subscales met betrekking tot bowel en urinary symptomen.
Asymptomatisch mCRPC met PSAdt > 6 mnd
- Start met actieve therapie bij:
- Discrepantie beeldvorming (interval progressie) en PSAdt.
- Locoregionale prostaat uitbreiding met dreigende ureterobstructie dan wel ingroei rectum.
- Retroperitoneale lymfeklierenmetastasen met potentieel dreigende ureterobstructie.
- Wervelmetastasen met potentieel risico op dreigende dwarslaesie.
- Viscerale metastasen.
- Overweeg follow-up met bij patiënten die actieve therapie willen uitstellen:
- PSA eens per 3 maanden.
- Imaging met CT thorax/abdomen (en eventueel botscan) eens per 6 maanden bij PSAdt>6 maanden.
Palliatieve zorg
- Overweeg laagdrempelig betrekking van palliatief team.
- Radiotherapie bij pijnlijke botmetastasen op één of twee lokaties of bij myelumcompressie.
- Samarium (Quadramet) bij diffuse pijnlijke botmetastasen (geen survival benefit).