Vademecum Endocriene tumoren Schildkliercarcinoom Gedifferentieerd schildkliercarcinoom

Primaire behandeling

Zie ESMO richtlijn voor details. 

Active surveillance alleen bij T1a en geen extra risicofactoren.

Lobectomie alleen bij T1 en T2 overwegen.

Totale thyreoïdectomie:

  • +/- centrale halsklierdissectie: profylactisch bij risicofactoren, therapeutisch bij N+
  • +/- radioactief jodium: bijna altijd na totale thyreoïdectomie
  • + TSH suppressie met levothyroxine (streefwaarde afhankelijk van risicocategorie)

Externe radiotherapie bij T4b (= irresectabel).

Recidief / gemetastaseerd - Jodiumgevoelig

Radioactief jodium herhalen tot jodium refractair. Curatie bij 1 op de 3 patiënten nog haalbaar.

Levothyroxine, dosering tot onderdrukt TSH, streef afspreken in het MDO.

Recidief / gemetastaseerd - Jodium refractair

Active surveillance bij asymptomatische, stabiele ziekte. Ook bij symptomatische progressie dient eerst afgewogen te worden of een lokale behandeling mogelijk is om klachten te bestrijden. Wanneer tumorvolume of tumorprogressie evident is, kan systeemtherapie overwogen worden, ook bij asymptomatische patiënt.

Streef TSH <0,01.

Eerstelijnsbehandeling met lenvatinib:

  • Dosering lenvatinib 1 dd 24 mg
  • Overweeg bij oudere / minder fitte patiënt lagere aanvangsdosis (1 dd 14 mg) en titreren op basis van tumormarker / bloedspiegel
  • Prognostische indicatoren:
    • RR: 65%
    • Mediane PFS: 18,3 vs 3,6 maanden met placebo (HR: 0,21; P <0,0001)
    • PFS: in eerste lijn 18,7 maanden, in tweede lijn 15,1 maanden
    • Mediane OS: nog niet bereikt (HR: 0,73; 95%-BI: 0,50-1,07; P=0,10)

Eerstelijnsbehandeling met sorafenib (indien lenvatinib niet verdragen wordt of geen optie is):

  • Dosering sorafenib 2 dd 400 mg
  • Overweeg bij oudere / minder fitte patiënt lagere aanvangsdosis (2 dd 200 mg) en titreren op basis van tumormarker / bloedspiegel
  • Prognostische indicatoren:
    • RR: 12%
    • Mediane PFS: 10,8 vs 5,8 maanden met placebo (HR 0,59, P <0,0001)
    • Mediane OS: geen verschil t.o.v. placebo (mogelijk door 75% cross-over)
  • Conclusie: gezien soms indolent natuurlijk beloop, duidelijke toxiciteit van behandeling en geen OS verschil moeten voor- en nadelen van behandeling worden afgewogen

Tweedelijnsbehandeling:

  • Indien in de eerste lijn voor sorafenib gekozen is, geef dan in tweede lijn lenvatinib
  • Indien reeds lenvatinib gegeven is, overweeg dan in tweede lijn cabozantinib

Tweedelijnsbehandeling met cabozantinib:

  • Dosering cabozantinib 1 dd 140 mg
  • Bij ernstige bijwerkingen de dosis verlagen naar 1dd 100 mg. Als opnieuw dosisverlaging nodig is, dan 1 dd 60mg
  • Prognostische indicatoren:
    • Responskans: 11% na progressie op tweede / derde lijn
    • Mediane PFS: winst 9,1 maanden (HR 0,22)

Overweeg moleculaire diagnostiek naar RET-fusie, NTRK-fusie en BRAF mutatie om zo doelgerichte therapie te kunnen geven: 

  • NTRK fusiegen: larotrectinib 2 dd 100 mg
  • RET fusie: selpercatinib 2 dd 160 mg
  • BRAF V600E mutatie: er kan gekozen worden voor monotherapie met een BRAF remmer dan wel combinatie van BRAF en MEK remmer in compassionate use
  • Ga andere opties na: DRUP of fase 1 studie. Zie Studies Endocriene tumoren